Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gijlieden zult [74]voor onrein houden [75]het deksel uwer zilveren gesneden beelden, en [76]het overtreksel uwer gouden gegoten beelden; gij zult ze wegwerpen gelijk een maanstondig kleed, en tot elk van die zeggen: [77]Henen uit! 74. Of, als iets onreins verachten en van u weren. De zin is, gij zult de afgoderij ten enenmale verlaten, als strijdende met den zuiveren godsdienst. 75. Dat is, uw gesneden beelden, die met zilver of goud overdekt zijn. Hebreeuws, de gesneden beelden uws zilvers; dat is, die van uw zilver gemaakt zijn. Alzo straks, van uw goud. 76. Dat is, uw gegoten beelden, met goud overdekt of bekleed of versierd. Het Hebreeuwse woord ziet op den sierlijken efod des hogepriesters, van welken te lezen is Ex.28:6, enz. 77. Of, pakt u weg. Hebreeuws, gaat uit.